Tijdens de voorbereiding op het afstuderen van afgelopen maanden heb ik me gefocust op een viertal verschillende onderwerpen: typologieën, materialen, software en referentieprojecten.
Een typologie beschrijft constructiesysteem, hoe deze krachten afdraagt en wordt vormgegeven. Deze zijn te verdelen in vier categorieën:
- vorm-actieve constructies, zoals kabel, membranen en boog;
- vector-actieve constructies zoals vakwerken, spaceframes en tensegrities;
- doorsnede-actieve constructies, zoals balken, portalen en vloeren;
- oppervlakte-actieve constructies, zoals wanden, vouwstructuren en schaalconstructies.
Er zijn ook combinaties tussen typologie-'families' mogelijk, welke dan hybride constructies worden genoemd. Deze typologieën vormen de basis voor de aankomende variantenstudie.
- vorm-actieve constructies, zoals kabel, membranen en boog;
- vector-actieve constructies zoals vakwerken, spaceframes en tensegrities;
- doorsnede-actieve constructies, zoals balken, portalen en vloeren;
- oppervlakte-actieve constructies, zoals wanden, vouwstructuren en schaalconstructies.
Er zijn ook combinaties tussen typologie-'families' mogelijk, welke dan hybride constructies worden genoemd. Deze typologieën vormen de basis voor de aankomende variantenstudie.
Een relatief bekend terrein was het onderzoek naar materialen. In de masterfase zijn er meerder vakken geweest die mij al wegwijs hadden gemaakt in de verschillende materialen, waardoor het hier vooral neerkwam om het beschrijven. De nadruk lag dan ook voornamelijk op de materialen glas en kabels, waarbij ik de laatste apart heb beschreven van het materiaal staal om de verschillende productie en bruikbaarheid van staal.
Omdat de opdracht om een parametrisch model vraagt, is er ook onderzoek gedaan naar de verschillende software. De keuze viel al snel op Rhinoceros in combinatie met Grasshopper, welke zeer gebruiksvriendelijk is en er veel informatie en ondersteuning voor beschikbaar is. De analyse van een ontworpen constructie bied daarentegen veel meer mogelijkheden. De lijst van de te gebruiken software bestaat uit: SCIA Engineer, Oasys GSA, Abaqus en Femap.
Als laatste, bied het heel veel voordelen om de afstudeeropdracht uit te voeren intern bij een bedrijf. Er is daar heel veel kennis en ervaring aanwezig. Als stagiair ben ik in het archief gedoken en vele projecten bekeken. Voornamelijk de rekenrapporten waren zeer interessant en begrijpelijk, welke mij waarschijnlijk nog goed van pas zullen komen bij de analyse van de te ontwerpen façade.